Wat doet de overheid?

Alle voorzieningen in Nederland zijn gebaseerd op de sociale-verzekeringswetten. Deze wetten regelen een uitkering bij het wegvallen van inkomen door bijvoorbeeld:

  • ouderdom, hieronder vertellen wij u meer over de AOW
  • overlijden van partner of ouders, meer informatie Verzekeringen>>Overlijden
  • invaliditeit, meer informatie Verzekeringen>>Arbeidsongeschiktheid

Algemene Ouderdomswet (AOW) 
De AOW geeft recht op ouderdomspensioen bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Bij overlijden stopt het AOW-pensioen. Deze wet is ingevoerd op 1 januari 1957.

Voor wie:

  • Iedereen die in Nederland woont.
  • Iedereen die niet in Nederland woont, maar hier wel werkt en op grond daarvan aan de loonbelasting is onderworpen. Vanaf 1 januari 2000 is iemand die naar het buitenland vertrekt of die al in het buitenland woonde en daar een langlopende (Nederlandse) uitkering ontving, op grond van die uitkering niet langer verzekerd voor de volksverzekeringen. Ook zijn niet verzekerd personen die in het buitenland gaan werken. Al deze personen kunnen een vrijwillige AOW en/of ANW-verzekering afsluiten (doorgaans beperkt tot maximaal 10 jaar). Dit moet gebeuren binnen een jaar na het einde van de verplichte verzekering.

Voorwaarden:
Voor een volledig ouderdomspensioen van de AOW moet men tussen zijn 15e en 65e jaar altijd verzekerd zijn geweest. Voor ieder jaar dat men niet verzekerd is geweest wordt een korting van 2% per niet verzekerd jaar toegepast op het AOW-pensioen en/of de toeslag.

Hoogte AOW-pensioen 

  • Voor alleenstaanden is het AOW-pensioen circa 70% van het nettominimumloon.
  • Alleenstaande ouders met kinderen onder de 18 jaar ontvangen circa 90% van het nettominimumloon.
  • Gehuwden of samenwonenden ontvangen circa 50% van het nettominimumloon. Wie samenwoont met een ouder of een eigen kind of met meerdere personen wordt niet als gehuwd aangemerkt. Gehuwden of ongehuwd samenwonenden hebben elk een zelfstandig recht op pensioen.

Toeslag
Is de partner jonger dan 65 jaar, dan kan men een toeslag van ten hoogste 50% krijgen. De hoogte van deze toeslag is afhankelijk van het inkomen van de jongere partner. Inkomen in verband met arbeid (uitkeringen) wordt geheel van de toeslag afgetrokken. Van inkomen uit arbeid blijft een deel buiten beschouwing. Wie op of na 1 januari 2015 de leeftijd van 65 jaar bereikt en een jongere partner heeft, heeft geen recht op toeslag.

Voor de meesten is de AOW een basis, waarmee het niet genieten wordt op de oude dag. Om het leven te leven zoals gewenst is zal er voor de meesten vanuit het pensioen en /of lijfrente een aanvulling moeten komen.

Het hangt in ieder geval van uw persoonlijke omstandigheden af. Via de contactknop kunt u informatie opvragen. Of een gesprek aanvragen.